Tjing. Twee aperitiefglaasjes tikken elegant tegen elkaar. Het mijne en dat van haar. ‘Op het leven!’ klinkt het overtuigd. Ik nip van mijn glas. We zijn op date, mijn vriendin en ik. Ruim twee jaar geleden leerden we elkaar kennen in volle lockdown. Daten in restaurant of bar zat er voor ons toen niet in. Een reden te meer om er nu extra van te genieten. En van het leven. Want het is kort en we leven maar een keer.
Een cliché als geen ander. Een waarheid als een koe. En iets waar we liever niet te veel aan denken. Toch is het opmerkelijk hoe onze intensiteit van leven voelbaar toeneemt, naarmate de schaarste van tijd meer tot ons doordringt. Intens genieten lukt schijnbaar beter met de dreiging van een fictief geweer tegen het hoofd. Luguber, waar en zonde tegelijk.
Toch is het opmerkelijk hoe onze intensiteit van leven voelbaar toeneemt, naarmate de schaarste van tijd meer tot ons doordringt.
Jaren geleden, op reis met mijn gezin, zag ik in een Frans dorpje tegen de gevel van een restaurant een bord met daarop de woorden van Confucius: ‘We hebben twee levens. Het tweede begint, wanneer we beseffen dat we er maar een hebben.’ Woorden, waar ik toen heel bewust een foto van nam. Met mijn telefoon. Met mijn ogen. Met mijn hart.
Onze reis hier is eindig. En meestal besef ik dat niet ten volle. Ik stel uit naar later en verkondig verlangens en dromen die ik ooit zal realiseren. Wanneer begint ‘later’? En wanneer valt ‘ooit’? Ik pretendeer over een eindeloze agenda te beschikken, alsof tijd zich laat kopen zoals groenten op de markt. En dat is niet zo. Dat besef, daar wil ik meer in oefenen.
Ik zet mijn glas prosecco neer en leg het stoffen servet op mijn schoot. Het is heerlijk vertoeven op het terras en de avondzon geeft nog veel warmte. Net als enkele weken geleden, op restaurant met mama. Ze werd zesenzestig en we genoten samen van een gezellig etentje. Zij en ik. Moeder en dochter. We kletsten honderduit, zoals altijd. Terloops zei ze dat ze een knobbeltje had gevoeld. Boven haar linkerborst. ‘Het zal wel niks zijn, Ifke’ suste ze, en nipte van haar koffie.
Ik maande haar aan om langs de dokter te gaan. ‘Dan zijn we gerust,’ aldus haar bezorgde dochter. Na een mammo en een echo, volgde tegen alle verwachtingen in ook een punctie. Het verdict: borstkanker. Agressief, met kans op uitzaaiingen, maar in een vroeg stadium. Een lange lijst onderzoeken werd opgesteld. Een operatie – mits gunstige onderzoeksresultaten – alvast ingepland. Dit hadden we niet zien aankomen.
‘Panikeren kan ik nog altijd,’ zei ze, ‘We zien wel. Ik ga het nemen zoals het komt. En dansen. Dansen, zolang ik kan.’
De weken kropen voorbij. ‘Wat als?’-vragen sloegen me om de oren en beten een flinke hap uit mijn slaappatroon, maar de positiviteit van mama was aanstekelijk. ‘Alles komt goed, Ifke. Maak je maar geen zorgen, lieve schat.’ Ik oefende in vertrouwen, het voorbeeld van mama volgend. ‘Panikeren kan ik nog altijd,’ zei ze, ‘We zien wel. Ik ga het nemen zoals het komt. En dansen. Dansen, zolang ik kan.’
Dansen is haar lust en haar leven. Het is een prachtige vrouw, mijn mama. Haar ogen stralen warmte, rust en levensenergie uit. Haar hart, getekend door oude wonden, is gevuld met levensvreugde. Haar ziel doordrongen van levenswijsheid. Ze is mijn mama en veel meer dan dat. Ze is een maatje, een klankbord, een liefdevolle omi, een vrouw met inhoud en humor, een heerlijke vriendin, een bron van onvoorwaardelijke liefde. En nog veel te jong om het hier voor bekeken te houden. Het klopte niet in mijn hoofd, dus vertrouwde ik op haar woorden. Alles komt goed herhaalde zich als een mantra in mijn wezen.
Op mijn verjaardag vielen een aantal onderzoeksresultaten binnen. Ik stond op als kersverse veertiger en niet veel na het ontbijt kwam het nieuws. ‘Er werden ook verdachte zaken in de lever gezien,’ klonk het aan de telefoon. Mama was van slag, hoorde ik, maar herpakte zich snel. ‘Nog niet panikeren, schatje. Verdacht kan vanalles betekenen. We moeten de verdere onderzoeksresultaten afwachten.’ Een intense misselijkheid overviel me. De boodschap had een oud traumaknopje bij me ingedrukt. Door angst verlamd liet ik mijn verjaardag aan me voorbij gaan.
Loslaten is een thema in mijn leven, en dus iets waarmee ik de laatste jaren keer op keer geconfronteerd word. Het leven brengt datgene op je pad dat je te leren hebt, net zolang tot je het ten gronde doorleeft. Angst voor verlies zit diep in mij geworteld. Angst voor verlies van mama nog dieper. Daar ben ik me van bewust. Ik weet waar het vandaan komt. En ik heb er nog in te groeien om het te kunnen overstijgen. Het universum nodigde me uit om rust te vinden in mijn grootste kwetsuur en mijn diepste angst.
Angst. Een basisemotie die ons in beweging kan zetten en kan behoeden voor gevaar. Een instinctieve impuls die – toegediend in te grote porties – een verlammend effect op ons heeft en ons ervan weerhoudt datgene te doen wat we zouden moeten doen. Een energie die ons kan kleinslaan of helpen groeien.
God, schenk me
kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen,
moed om te veranderen wat ik wel kan veranderen
en wijsheid om het verschil hiertussen te zien.
– Reinhold Niebuhr
Gesterkt door het oervertrouwen van mama en aangemoedigd door de zachtmoedige blik van mijn lieve partner, besloot ik schoorvoetend om mijn angst liefdevol te benaderen. Hij mocht er zijn. Helemaal. Ik nodigde hem uit om naast me te komen zitten. Als een vriend die het goed met me voorhad en die me de ruimte liet om zelf keuzes te maken. Ik koos ervoor om zijn goedbedoelde energie om te zetten in de kracht van positieve gedachten. Ik had geen vat op wat zou komen. Maar wel op hoe ik ermee om zou gaan.
Er kwam meer ruimte voor ceremonie op mijn pad. En ook op dat van mama. We brandden witte salie om te smudgen, maakten het stil voor gebed en voor verbinding met al wat is. Ik vertraagde in plaats van op de zaken vooruit te lopen. En dat was goed. Onzekerheid was de enige zekerheid die we hadden. Daar moesten we het mee doen. En leven. Léven, verdikke! Meer en meer begon ik ook de schoonheid te zien van de onwetendheid waarin we ons bevonden.
Het was ontroerend om te ervaren hoe gedragen mama werd door haar vrienden. De vele bezorgde telefoontjes, ondersteunende berichtjes, gedachte verzettende uitjes en bezoekjes, … Vanuit alle hoeken stroomde vriendschap en liefde haar kant op. In nood kent men zijn vrienden. En mama heeft er veel. Het maakte me blij en dankbaar om te mogen ervaren dat mama omgeven is door een warme en bekommerde entourage.
Ook tussen mama en mij bracht deze onzekere periode heel veel moois. Hoewel mama en ik een onbreekbare band hebben, deden we de laatste jaren nog maar weinig moeder-dochter-dingen samen. De afstand Brussel-Antwerpen hielp niet, de drukte van elke dag deed me er minder bewust mee omspringen en de pandemie deed er nog een schepje bovenop. Wat nu gebeurde, bracht ons weer dichter bij elkaar. Ik genoot met volle teugen van ieder samenzijn, ondanks en dankzij de onzekerheid waarin we leefden.
De dienster zet een hapje voor ons neer. ‘Een kleine amuse voor de dames.’ Het smaakt heerlijk. Ik sluit mijn ogen en geniet. Heel bewust. ‘Zalig he?’ Mijn liefde en ik wisselen een veelzeggende blik uit. Het doet ons deugd om hier te zijn. In het hier en nu. Los van gisteren en morgen.
Een zomer vol spanning. Een zuchtje in een mensenleven. Een eindeloze marteling als je wacht op resultaten.
Een zomer vol spanning. Een zuchtje in een mensenleven. Een eindeloze marteling als je wacht op resultaten. Vandaag kregen we verlossend nieuws. De operatie is goed verlopen en de afwijkingen op de lever zijn geen uitzaaiingen en niet levensbedreigend. Dit had heel anders kunnen uitdraaien. Ik ben ontzettend dankbaar voor waar we vandaag staan. Het zal nog even duren alvorens mama weer zal dansen. Maar dàt ze zal dansen, dat staat vast.
Ik besef dat wat zich in onze familiekring afspeelde op kleine schaal is waar velen gedurende een proces van jaren doorheen moeten en dat we heel veel geluk hebben met het scenario dat zich afspeelt. Diep respect voor wie zich midden in de strijd der onzekerheid bevindt. Als protagonist, ondersteunende supporter of machteloze toeschouwer. Met heel mijn hart stuur ik positieve energie uit naar wie dat gebruiken kan.
Ik ben dankbaar voor deze wake-up call van het universum. Voor de uitnodiging om wakker te worden en ten volle te genieten van het leven en van elkaar. Om bewuster om te gaan met elkaar, met ons lichaam en met de tijd die ons hier gegeven wordt.
Ik stuur een berichtje naar mama. Of ze dit weekend zin heeft om met ons mee te gaan shoppen. ‘Tuurlijk, liefje! Graag!! xxx’ lees ik luttele tellen later. Ik leg mijn telefoon aan de kant en prik nog een stukje tagliata di manzo op mijn vork. ‘Ze gaat mee,’ knipoog ik naar mijn liefje. Wat hou ik toch van zomeravonden als deze. Uit het cafeetje aan de overkant van het plein, weerklinkt een bekend deuntje. Het tovert een glimlach op mijn gelaat.
“Leef, alsof het je laatste dag is.
Leef, alsof de morgen niet bestaat.
Leef, alsof het nooit echt af is.
Leef. Pak alles wat je kan.”
– André Hazes Jr.
Laat weten wat je ervan vindt