Fantoompijn

Het is ochtend. Druipnat stap ik uit een heerlijk warme douche. Ik droog me af en bekijk mezelf in de spiegel. Ik voel dankbaarheid voor dit lichaam, want alles is er. Armen, benen, voeten, handen, billen, borsten, … Het werkt naar behoren en is tamelijk in proportie. Dat is fijn. En toch ben ik iets kwijt. Je ziet het niet, maar iets waar een groot stuk van mezelf in lag, is verdwenen. Mijn kerngezin. Iets meer dan een jaar geleden viel het uit elkaar. En de laatste maanden sluimert een fantoompijn in mij. Hij pulseert haast ritmisch door mijn zijn. Wel, niet, wel, niet, wel, niet, …

Een nieuw samengesteld gezin is geen kerngezin. Een hard besef dat tijd vraagt om te landen. Het is opnieuw beginnen en het oude vertrouwde loslaten. Dat is niet altijd eenvoudig. Noch voor de kernmama(‘s). Noch voor de plusmama(‘s). Noch voor de kinderen. Want iedereen vertrekt vanuit een eigen referentiekader. Met eigen gewoontes, waarden, normen, verwachtingen en dromen. Nieuwe elementen worden aan elkaar genaaid tot een lappendeken dat een nieuwe dons omhult.

“Verse lakens dus. En daar hou ik wel van. Dat kraakverse, onbeslapen gevoel, die frisse geur. Heerlijk.”

Verse lakens dus. En daar hou ik wel van. Dat kraakverse, onbeslapen gevoel, die frisse geur. Heerlijk. Ook dit nieuwe deken is knus en warm en het bonte patroon maakt het mooi om naar te kijken. Want het nieuwe leven hoeft niet onder te doen voor het oude. Het is niet meer of minder. Gewoon anders. En tegelijk is het wennen. Voor iedereen.

Ik gris wat kleren uit de dressing en maak mezelf toonbaar. Terwijl de haardroger zijn werk doet, dwalen mijn gedachten verder af. Een paar weken geleden genoten mijn lief en ik van een heerlijk weekendje Ardennen met z’n twee. Ons eerste uitje samen. En het deed ontzettend veel deugd. De nieuwe omgeving bracht ons beiden rust en we genoten intens van het nu, van de prachtig ondergesneeuwde natuur, van elkaar. En van het idyllisch vacuüm dat ons even onttrok uit de monotone coronacadans.

Het zou me erg deugd doen om ook eens met mijn jongens zo’n tripje te maken. Met z’n vieren genieten van sneeuw of zon, van elkaar. Vroeger keek ik steeds reikhalzend uit naar familievakanties, naar die intense gezinsmomenten tout court. En vandaag loop ik daarin wat verloren. Want het oude gezin is weg en het nieuwe is in opbouw. Dat spookt al een tijdje door mij heen en mijn liefje voelt dat. Een niet goed thuis te brengen angstgevoel haalt me soms uit mijn slaap en de laatste weken overschaduwt de bijhorende vermoeidheid mijn levensenergie. Daar heb ik mooi genoeg van. Het moet eruit.

De deur van de badkamer gaat open en liefdevol komt ze achter me staan: mijn partner. Ze omhelst me. Een mooi, compatibel stel lacht ons toe vanuit de spiegel. Met z’n tweetjes zijn we een evenwichtig team, mijn lief en ik. Gelijk en toch anders. Het is fijn om samen op dezelfde golflengte te surfen en die hoge golven geven heerlijke kriebels in de buik. Toch zijn de momenten waar het lichtjes schuurt misschien wel van nog grotere waarde. Ze houden ons scherp en zetten ons aan het denken. Ze doen ons kijken naar onszelf en de ander. Anders kijken. Beter kijken.

We zijn een spiegel voor elkaar en belichten vaak elkaars schaduwkanten. Naar onszelf kijken door de bril van de ander werkt heel verhelderend en de sterke vertrouwensbasis tussen ons maakt alles bespreekbaar. Ook onze verschillen. Ze vormen de voegen tussen onze vele raakvlakken en houden het interessant en boeiend. En soms barsten die voegen al eens. Voor ons telkens aanleiding tot een mooi gesprek. Tot diepgang. Tot heling ook.

“Doorzettingsbarsten. We moeten erdoor om verder te komen. Ze zijn een vriendelijke uitnodiging om open en eerlijk in dialoog te gaan en zo het nodige stucwerk te verrichten.”

Doorzettingsbarsten. We moeten erdoor om verder te komen. Ze zijn een vriendelijke uitnodiging om open en eerlijk in dialoog te gaan en zo het nodige stucwerk te verrichten. Niet altijd evident. Gelukkig kunnen we terugvallen op een onontbeerlijke veilige bedding. Die vormt de stabiele bodem van waaruit alles respectvol en oprecht gedeeld kan worden. Zonder angst voor afwijzing of veroordeling. En het loont. Want heel vaak is het eindresultaat van onze werken mooier dan wat er was.

Niet zelden wordt een oude pijn aangeraakt. Dan werkt ons gesprek als ontsmettingsmiddel voor een oude wonde. Het prikt en voelt ietwat onaangenaam, maar het werkt helend en maakt telkens weer iets in ons los dat lang verscholen lag. Verborgen achter een oude overlevingstechniek die ons toen wél en vandaag geen bescherming meer biedt. Beetje bij beetje breken we zo door onze eigen verdoken blokkades heen. En dat is goud waard.

Samen oefenen we de kunst van het openlijk delen. Van het durven spreken en leven van onze waarheid. Van het uiten van wat belangrijk voor ons is, wat we voelen en verlangen. Wat ons bang maakt en blij. In alle openheid en vertrouwen en vanuit een grote kwetsbaarheid. Soms is dat confronterend. Vaak erg verhelderend. En altijd helend. De tranen die dan mogen stromen, zijn oude tranen die nog gehuild moesten worden, om een verdriet of pijn die niet doorleefd werd.

Het is diepgaan en wat overblijft is ruimte. Ruimte voor nieuw perspectief. Voor onszelf. Voor de ander. Voor een gezin. Het is onszelf blootgeven. Compleet naakt gaan. Onszelf tonen met alles erop en eraan. En het lucht op. Want wat gedeeld is, is eruit en wat blijft, kan groeien naar herstel.

“Ook bij mijn jongens waart het scheidingsspook nog rond. In hun hartjes missen ze dat veilige nestje van hun twee mama’s.”

Zonder woorden neemt ze mijn hand en gidst me mee naar de slaapkamer. Ze slaat het deken opzij en nodigt me uit om gezellig naast haar te komen zitten. Ik volg en kijk haar diep in de ogen. “Liefje toch… Je ziet er zó moe uit. Je hebt het moeilijk, hè?” zegt ze terwijl ze zachtjes door mijn haren streelt. “Ja,” geef ik toe en verdwijn in haar armen.

Met z’n vieren maken we veel plezier en tegelijk is het soms nog wat zoeken naar een juiste balans. Naar een soort van flow die natuurlijk aanvoelt. Waar iedereen zijn organisch plekje gevonden heeft. Waar genoeg eigen en gezamenlijke ruimte is. En waar mama, plusmama en kids elkaars perspectief vlot aanvoelen en aanvullen.

Ook bij mijn jongens waart het scheidingsspook nog rond. In hun hartjes missen ze dat veilige nestje van hun twee mama’s. Het blijft ergens iets onwerkelijks voor hen. Alsof ze nog wachten op de dag dat alles weer zal zijn zoals vroeger. Zonder hun extra mama’s te verliezen. Dat dan ook weer niet. Zodra ze bij mij zijn, vragen ze naar hun plusmama. “Wanneer komt ze?” Met haar erbij voelt het voor mijn kinderen wellicht het meest ‘zoals vroeger’: deel uitmakend van een dynamiek van vier. Ze hebben nood aan een stabiel patroon, weet ik. Aan een basis om op terug te vallen. Net als wij.

Want ook voor mijn lief en mezelf is er nood aan één nest. Het vele heen-en-weergerij tussen haar en mijn stek begint een beetje door te wegen en het woord samenwonen is al herhaaldelijk gevallen de laatste weken. Dat zou voor iedereen veel rust brengen, al is het daarvoor nog net iets te vroeg. De realiteit leert ons dat ‘altijd samen’ vandaag nog onvoldoende individuele ruimte laat voor ieder van ons. Zodra de tijd rijp is, zullen we van dit huis samen onze thuis maken. Het kriebelt wel al een beetje. En dat is goed.

“Zo graag zien dat het pijn doet. Het is nieuw voor mij om dat niet langer te kunnen delen met een partner die hetzelfde voelt.”

Vandaag is het dubbel. Wanneer ik alleen ben met mijn kinderen, krijgen mijn zoontjes meer dan ooit mijn onverdeelde aandacht en ik geniet van mijn tijd met hen. Tegelijk mis ik dan zeker ook vaak de aanwezigheid van mijn partner. En ook die van ‘een tweede mama’ om dit alles mee te delen. Echt intens genieten van mijn kinderen en de dankbaarheid voelen stromen, gewoon omdat ze bestaan. Diep vertederd zijn door een simpele blik of guitige opmerking. Zo graag zien dat het pijn doet. Het is nieuw voor mij om dat niet langer te kunnen delen met een partner die hetzelfde voelt.

Soms voel ik me schuldig voor het rouwproces dat door mijn aderen loopt. Want hoewel we samen mooie tijden beleven, steekt dat stille verdriet af en toe plots de kop op. Daar heeft niemand schuld aan, weet ik. Het hoort er gewoon bij. En het mag er zijn van mijn liefje. Dan staat ze klaar met eindeloos begrip en mag ik even in haar armen verdwijnen. Zoals nu.

Geborgen in haar schoot, zijn weinig woorden nodig om te vertalen wat in me leeft en ik voel me begrepen. Wat een kostbare sensatie. “Lieve schat, ook voor mij is het loskomen van verwachtingen, de controle laten vieren en mezelf helemaal overgeven aan het enige wat telt: het nu.” Haar woorden klinken zacht en liefdevol. “En in dat nu heb ik een diep vertrouwen in jou, in ons, in ons vier en in de weg die we samen afleggen. Ik heb geen fantoompijn. Ik leef voluit en daar komt pijn bij kijken. Pijn omdat verwachtingen niet ingelost worden zoals ik dat voor ogen had. Pijn omdat luchtkastelen worden doorprikt, wat me soms keihard in de realiteit doet landen. Maar geen pijn omdat iets van mezelf weg is. Want dat is niet zo. Het leven loopt zoals het lopen moet en reikt me steeds meer stukjes van mezelf aan om naar te kijken. Daar ben ik dankbaar om. En zo is het ook voor jou.” Ik beaam wat ze zegt. Want zo voel ik het ook. Helemaal.

“Het leven loopt zoals het lopen moet en reikt me steeds meer stukjes van mezelf aan om naar te kijken.”

Dankbaar ben ik zeker. Voor wat we delen, zij en ik. Voor dit. Voor haar. Voor haar moed. Want ook voor mijn liefje veranderde ontzettend veel. Van happy single onder de kerktoren, dromend van het cliché huisje- boompje-beestje-baby-verhaal, naar deel van een bestaand gezin aan de andere kant van het land. Dat vraagt een klik in hoofd en hart. Ook dat is afscheid nemen. Van een ander toekomstbeeld. Van een oude vertrouwde omgeving. Van een ander leven. Van idealen. Het is jezelf heruitvinden. Je plekje zoeken, jezelf opnieuw ontdekken en een nieuw avontuur omarmen. Rouwen om verloren dromen en tegelijk dankbaarheid voelen voor het moois dat is en nog zal komen.

Plusmama. Je kan kiezen om erin te stappen, om een commitment aan te gaan, om jezelf ervoor open te stellen. Maar niet om het te zijn, om er zomaar eventjes helemaal van doordrongen te zijn. Om het ook plotsklaps allemaal te voelen. Het is in eerste instantie een rationele beslissing. Je weet vooraf totaal niet waaraan je begint. Een sprong in het onbekende.

Traag maar zeker groeit er iets moois. Want tijd vraagt het sowieso. Tijd om een plaats in elkaars hart te veroveren. Om naar elkaar toe te groeien. Om een ander soort van liefde te doen ontstaan. Ook ik baarde zelf geen kinderen, maar ik stapte wel ooit heel bewust mee in het proces, vanaf het prille begin. Ik knipte de navelstreng tot tweemaal toe door en daarmee ook het lint dat mijn zonen liefdevol in deze wereld verwelkomde. Onvoorwaardelijk. Dat is nog heel iets anders. Alleen hun mama’s kunnen daarin hetzelfde voelen.

“Ik knipte de navelstreng tot tweemaal toe door en daarmee ook het lint dat mijn zonen liefdevol in deze wereld verwelkomde. Onvoorwaardelijk.”

Ik ben zo dankbaar dat de scheiding in alle zachtheid verlopen is. De liefde tussen de andere mama en haar nieuwe partner stroomt inmiddels al ruim 2,5 jaar. Ze passen mooi samen, net als mijn vriendin en ik. Het heeft me destijds heel wat tijd gekost om te beseffen dat de band tussen hen zoveel sterker was dan de liefde van mijn toenmalige vrouw voor mij. Die was er ook. Maar dan anders. Vandaar dat ik nog lange tijd in dat maatjeshuwelijk ben blijven staan. Lang genoeg om heel veel mooie inzichten te krijgen. Over mezelf, de liefde en het leven. Ook daar voel ik veel dankbaarheid voor. Vandaag heb ik een partner aan mijn zijde die mijn liefde eenduidig beantwoordt én een maatje binnen handbereik dat samen met mij mama is en blijft van twee schatten van kinderen. Ik voel me gezegend.

“Weet je, het hoeft geen of-of verhaal te zijn, bollie.” Ze neemt mijn hoofd in haar handen. “Hoewel ik je kinderen heel graag heb, zal ik nooit hun mama zijn, want die hebben ze al. Twee zelfs. En er is niets mis mee als die twee mama’s samen met hun kinderen eens leuke dingen doen. Als het past, ben ik er graag bij en lukt dat niet, dan is dat ook helemaal ok. Het zal ons allen heel veel deugd doen.”

BAM. Eenvoudige, juiste woorden van een heel mooi mens. Ik barst in snikken uit en huil als een kind. Niet omdat ik verdriet voel. Nee, dat is het niet. Het is een dankbaar huilen. Een verlossend huilen. Een helen. Mijn liefste legde zonet de vinger heel precies op de wonde. Ik voel een diepe, stekende pijn in mijn kern en krimp helemaal in elkaar bij elke pijnscheut. Fantoompijn stroomt weg uit mijn zijn en maakt plaats voor intense dankbaarheid. “Danku, danku, danku…” prevel ik, terwijl ik zachtjes aan weer tot rust kom. Dikke tranen lopen over mijn wangen. Ik kan mijn ogen haast niet openhouden. Mijn lichaam is uitgeput, mijn geest springlevend. Ik voel hoe mijn levensenergie opnieuw op gang komt. Hoe ze opnieuw gaat stromen. En dat doet zo deugd. Er daalt een rust over me heen, die de onrust van de laatste weken het nakijken geeft. Mijn god, wat hou ik van haar. En van het leven.

Ik blijf nog even in haar armen liggen, daar in bed, onder ons knusse lappendeken. Genietend van het moment en met een diep vertrouwen dat alles is zoals het moet zijn.

Tabula Rasa
Verder. Zonder jou.
Drempelvrees
Thuiskomen
Doodzonde
Rouw
Polariteit
Annus mirabilis
Opgeruimd
Bompa

Reacties

Eén reactie op “Fantoompijn”

  1. bompa avatar
    bompa

    Heel mooi beschreven zoals het is.

Laat weten wat je ervan vindt

Create a website or blog at WordPress.com